Skip to main content
image_pdfimage_print

Overweging van pater Danko Perutina

IK NODIG JULLIE UIT TOT BEKERING

In veel van haar boodschappen herinnert de Gospa ons eraan dat de tijd waarin wij leven een tijd van genade is. In de loop van de voorbije 27 jaar zijn miljoenen mensen van over de hele wereld naar Medjugorje gekomen, naar deze plaats van geestelijke genezing, opdat God hun hart en ziel zou kunnen genezen. In de Bijbel vinden we heel wat bekeringsverhalen, zoals het verhaal van de verloren zoon (Lucas 15, 11-32), of dat van de nog indrukwekkendere bekering van de heilige Paulus (Handelingen 9, 1-18). Elke bekering is het gevolg van een gebeurtenis, of een ontmoeting, maar niet om het even welke: het gaat om een ontmoeting met God. Saulus vervolgde de christenen in Jeruzalem en in heel Judea (zie Handelingen 8-9). Op een dag ging hij op weg naar Damascus om er christenen te vervolgen. Maar bij de stadspoorten ontmoette Saulus God, en die ontmoeting zou de rest van zijn leven bepalen. Die ontmoeting veranderde hem helemaal en bekeerde hem. Saulus, die tot dan toe christenen vervolgd had, werd een volgeling van Jezus en veranderde zijn naam in Paulus. De apostelen maakten iets gelijkaardigs mee: hun eerste ontmoeting met Jezus was van doorslaggevend belang, ze lieten alles achter en volgden hem. De heiligen verging het net zo, en ook ons zal het zo vergaan als we in gebed zoeken naar Gods wil in ons leven.

De Gospa roept ons opnieuw op tot bekering, met andere woorden, tot “beter worden”. De meeste christenen van vandaag hebben de levende Heer niet ontmoet, hoewel net die ontmoeting aan de basis ligt van een nieuw begin. Na een dergelijke ontmoeting is alles anders, wordt het leven anders en beter. Daarbij moet je echter niet verwachten dat de ontmoeting met God je kruisen zal wegtoveren, maar het wordt wel makkelijker om ze te dragen. Zij die God ontmoet hebben worden het zout, de aarde en het licht van de wereld. Zij worden instrumenten die Gods liefde en vreugde in deze wereld verspreiden. Wij die Jezus willen volgen, zijn allemaal geroepen tot bekering en verandering. Bekering is een proces dat een leven lang duurt. Niemand kan beweren helemaal bekeerd te zijn want er is altijd iets wat beter moet, en dat in de eerste plaats bij onszelf, niet bij anderen. Bekering is elke dag opnieuw ten volle in Jezus’ voetsporen treden. Bekering is een permanente plicht voor de hele Kerk. Het is niet het werk van de mens, maar van God.

God helpt ons op onze weg en schenkt ons bijzondere genaden, zoals de Gospa zegt. Die genaden moeten echter gevraagd worden in het gebed. Je moet blijk geven van goede wil en van liefde voor God die barmhartig en goed is, zoals staat in hoofdstuk 34 van het Boek Exodus: “De Heer! De Heer is een barmhartige en genadige God, geduldig, groot in liefde en trouw, die goedheid bewijst tot in de duizendste generatie …”. Wanneer we beginnen te bidden moeten we in de eerste plaats elke vorm van hypocrisie verbannen. Voor God hoeven we niet te doen alsof, te liegen, of ons beter voor te stellen dan we zijn. We moeten zijn wie we echt zijn. We kunnen misschien liegen tegen vrienden of kennissen of proberen de schijn hoog te houden, maar voor God moeten we onze maskers laten vallen, want Hij kent ons beter dan wij onszelf kennen. De weg van het gebed is net als de weg van bekering lang en moeilijk, maar zonder pijn en inspanningen zijn er nu eenmaal geen vruchten. Het gebroken verbond tussen God en de mens wordt hersteld doorheen het gebed.

De Gospa moedigt ons aan en laat ons niet alleen op deze weg. Zij is voor ons een voorbeeld van gebed en hielp de wil van de Vader, die ons Zijn Zoon wilde sturen, te volbrengen. Samen met de heilige maagd Maria kunnen wij dus zeggen: “Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt” (Lc 1, 38). Laten wij bidden voor alle behoeftigen, en vooral voor diegenen die het leven lieten bij de aardbeving in China.

P. Danko Perutina
Medjugorje 26.05.2008