Medjugorje

Maria Koningin van de Vrede

Christoph Kardinaal Schönborn - Aartsbisschop van Wenen
KARDINAAL SCHÖNBORN IN MEDJUGORJE 2009 - 2010

Duizenden mensen uit de hele wereld lieten de traditionele Oudejaarsviering voor wat ze was en kozen in plaats daarvan voor een heilige ervaring in Medjugorje, Bosnië-Hercegovina. Drommen pelgrims kwamen samen in de St. Jacobuskerk en het gebied eromheen om deel te nemen aan een historische Oudejaarsavondmis die gecelebreerd werd door Kardinaal Christoph Schönborn, aartsbisschop van Wenen en gewaardeerd lid van de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer.

Kardinaal Schönborn was al vanaf 28 december in Medjugorje voor een bezoek waarvan aanvankelijk gedacht werd dat het een privé karakter zou hebben. De Kardinaal verraste de gelovigen door volkomen in de openbaarheid te treden. Tijdens zijn toespraak in de St. Jacobuskerk op 30 december 2009 ging hij zo ver dat hij Medjugorje een “supermacht van barmhartigheid” noemde.

Tijdens zijn homilie in de H. Mis tijdens de jaarwisseling zei Kardinaal Schönborn het volgende:


“Dierbare broeders en zusters hier in de kerk en op de pleinen rond de kerk en in de gele hal, wij zijn er ons allen van bewust dat het een groot voorrecht is het nieuwe jaar niet met champagne te hoeven vieren. Misschien later. Maar nu mogen we met Maria en Jozef en met het Kind dat in de kribbe ligt en met de herders het begin van het nieuwe jaar vieren. We zijn allen naar Medjugorje gekomen om in deze dagen vooral dicht bij de Moeder van de Heer te zijn. Om het meer precies te zeggen, we zijn hier gekomen, omdat we weten dat de Moeder van de Heer dicht bij ons wil zijn.
Met haar willen we het nieuwe jaar beginnen. En het eerste dat me raakt wanneer ik aan de kribbe en de herders denk, is dat er geen engelen aanwezig waren. Toch zijn er hier twee engelen in de kerststal, maar in het Evangelie waren er geen engelen bij, die waren op het veld bij de herders…een hele schare engelen. Maar Maria en Jozef hoorden er alleen over praten. De herders vertelden het hun.

U hebt ook de Moeder Gods hier niet gezien, maar er zijn mensen hier die erover vertelden. En wij vertrouwen dat de Moeder van God werkelijk dicht bij ons is. Geloof komt van horen zeggen. Het imponeert me allereerst dat er in het Evangelie van vandaag sprake is van horen. We moeten eerst de Blijde Boodschap horen. We hebben twee oren, twee ogen en maar één mond. Dat betekent dat we veel moeten luisteren, veel moeten kijken, en dan ook praten. En wat moeten zeggen? We moeten vertellen wat we gezien en gehoord hebben. De wereld heeft een nieuwe evangelisatie nodig en dat is alleen mogelijk door mensen voor wie het onmogelijk is om te zwijgen over wat ze gezien en gehoord hebben.
Wij allen hebben het geloof ontvangen en wij allen hebben door het Doopsel de taak gekregen om het geloof door te geven. De herders hebben verteld wat hun gezegd is. En van daar is het verder gegaan. Het Evangelie, het goede nieuws is verder verteld en degenen die het vertelden, waren geloofwaardig. Degenen die het gehoord hebben, hebben ook gezien dat het woord en het leven bij elkaar pasten, dat hetgeen de getuigen zagen ook in hun leven klopte.
Hoe kunnen wij getuigen van de Blijde Boodschap worden? Eerst door naar Maria te kijken. Maria bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart en dacht erover na. Broeders en zusters, wat wij in onze tijd het meest nodig hebben, is het gebed. Ik zeg het met een zekere droefheid: ik weet dat ik te weinig bid. Ik weet dat bidden leven is. Zonder de levende relatie met God wordt ons leven droog en leeg.
Wat zegt de Moeder van God ons steeds? Bid. Neem tijd voor jezelf om te bidden. Is dat een goed besluit voor het nieuwe jaar, voor ons, priesters en diakens, voor ons allen? Tijd voor het gebed. Het geeft zo veel kracht en zo veel vreugde, zo veel duidelijkheid. Laten we Maria vragen dat zij ons helpt om meer te bidden. Wanneer we bidden, dan is ons woord vervuld van leven en dan is ons getuigenis geloofwaardig.
Ik zou jullie iets willen zeggen over wat de Apostel Paulus ons verteld heeft. Het Paulusjaar is al voorbij, we zijn nu in het Jaar van de Priesters, maar het woord van de Apostel Paulus was zo sterk, omdat het vervuld van leven was. In de lezing van vandaag spreekt hij over God die Zijn Zoon gezonden heeft opdat wij zonen worden. Daarbij zijn de dochters niet uitgesloten. Dochters en zonen worden samen bedoeld, maar Paulus zegt dat wij geroepen zijn om zonen te worden en geen slaven. Zoals Jezus de Zoon van God is, worden wij geacht God onze Vader te mogen noemen. In het begin van dit jaar zegt de Apostel Paulus ons: Jullie zijn zonen en geen slaven.
Ik geloof dat Medjugorje een plaats is waar veel gebiecht wordt; de biecht is een bevrijding van de slavernij van de zonde. Niets maakt ons minder vrij dan de zonde. God wil ons als zonen hebben. Vrijheid van de kinderen van God. En daarom heeft hij ons het Sacrament van Boete en Verzoening geschonken. Wij moeten een nieuwe relatie met God hebben om Hem Abba te mogen noemen. Jezus heeft ons daartoe zo uitgenodigd dat we Hem vertrouwen, dat we God vertrouwen. Er is zo veel vrees voor God in ons.
Jezu ufam tobie, Jezus, ik vertrouw op U (de kardinaal zegt het in het Pools). Paus Johannes Paulus II heeft ons deze boodschap nagelaten: vertrouwen op de barmhartigheid van God, vertrouwen op de barmhartigheid van Jezus.
Vertrouwen kan soms heldhaftig zijn, als het leven moeilijk wordt, als een huwelijk een last wordt, als een ziekte ons onderdrukt, als we niet weten hoe het met ons werk verder gaat. Om dan tegen Jezus te zeggen: Jezus, ik vertrouw op U, dat kan heldhaftig zijn. Vertrouwen, dat is werkelijk een daad van geloof. En weer kijken we naar Maria. Wie heeft die daad van vertrouwen, van geloof meer gesteld dan Maria? Jezus, ik vertrouw op U. Dat moet ons programma zijn in het komende jaar. Het is bijna middernacht en er wordt geknald, maar wij knallen niet, wij bidden. We knallen niet, maar we zingen.
Een laatste woord: De herders gingen terug, loofden God, prezen Hem om wat ze hadden gezien en gehoord. Wij zullen ook naar huis gaan. Opdat wij getuigen van het Evangelie kunnen zijn, moeten we eerst God prijzen. De herders prezen God om wat ze hadden gezien en gehoord. Ik hoop dat we allemaal naar huis kunnen rijden, naar huis reizen, na deze dagen hier en God loven om wat we hebben gezien en gehoord. Dan zal men ons ook geloven wanneer we vertellen, dan zal ons woord geloofwaardig zijn.
Nu is het bijna middernacht. Het is precies het juiste ogenblik om ons geloof te belijden. Met dit geloof gaan we het nieuwe jaar in. God moge dit jaar zegenen.”
Christoph Kardinaal Schönborn - Aartsbisschop van Wenen

Kardinaal Schönborn uit Wenen was tijdens de jaarwisseling 2009-2010 in Medjugorje.
Op de website van het Aartsbisdom Wenen staat onderstaand persbericht dat wij voor U vertaalden.


Pressedienst der Erzdiözese Wien
4 januari 2010

Kardinaal Schönborn:
"Medjugorje gaat over het christelijk leven van alle dag"

De Aartsbisschop van Wenen was op privé-bezoek in het bedevaartsoord in Herzegovina – verwijzend naar de "richtlijnen" van de toenmalige Bisschoppenconferentie van Joegoslavië uit 1991 – “Je moet je afvragen hoe de boom eruitziet die zoveel goede vruchten voortbrengt”.

In een gesprek met de persdienst van het Aartsbisdom Wenen heeft Kardinaal Christoph Schönborn er zondag voor gepleit om het "fenomeen Medjugorje" een plaats te geven in de reguliere zielzorg. De Aartsbisschop van Wenen was met de jaarwisseling op privé-bezoek in het Mariale gebedsoord in Herzegovina. Hij heeft er ook de "Cenacolo"-gemeenschap bezocht. Kardinaal Schönborn wilde de plaats die "veel positieve vruchten" voortgebracht heeft, met eigen ogen zien. De Aartsbisschop benadrukte dat het fenomeen Medjugorje “gededramatiseerd” moet worden.

Het lijdt geen twijfel dat alles begonnen is met de "zieners", die in 1981, ten tijde van de eerste verschijningen, nog kinderen waren. Intussen spelen de buitengewone gebeurtenissen echter slechts een ondergeschikte rol. De Aartsbisschop vindt het fascinerend dat Medjugorje als het ware een "school voor het alledaags christelijk leven" is. "Het gaat daar over het geloof in Christus, over het gebed, de eucharistie, over het beleven van de naastenliefde, over het wezen van het Christendom, over kracht en bevestiging in het christelijk leven van elke dag." De Aartsbisschop van Wenen is er trouwens voorstander van het bestuderen van het "fenomeen Medjugorje" in het licht van het Tweede Vaticaans Concilie; de "sensus fidelium", de geloofszin van de gedoopten, speelt in de gebeurtenissen rond Medjugorje een belangrijke rol.

Hij wil echter niet vooruitlopen op de beslissing van de Wereldkerk en houdt zich liever aan de "richtlijnen" in verband met Medjugorje, in 1991 geformuleerd door de toenmalige Bisschoppenconferentie van Joegoslavië. Die "richtlijnen" – twee keer bevestigd door de Congregatie voor de Geloofsleer van het Vaticaan – bestempelt hij als "wijs en richtinggevend". Die "richtlijnen" benadrukken dat niet vaststaat of de gebeurtenissen in Medjugorje "van bovennatuurlijke aard" zijn. De vraag van het bovennatuurlijk karakter wordt open gelaten. Daarom zijn officiële bedevaarten naar Medjugorje niet toegestaan. Tegelijkertijd onderlijnen de "richtlijnen" echter het belang van de pastorale begeleiding van de pelgrims. De bisschoppen streefden ernaar de vruchten niet te verhinderen en tegelijkertijd dwalingen te voorkomen. Kardinaal Schönborn was bovendien positief onder de indruk van de "zieners", die "normale jonge mensen met gevoel voor humor" bleken te zijn.

Wat brengt de pelgrims naar Medjugorje?

Kardinaal Schönborn: "De pelgrims doen vooral één ding: bidden. Elke dag bidden duizenden mensen de hele rozenkrans, er is aanbidding van het Allerheiligste Sacrament, mensen beklimmen de Kruisberg tot het kruis dat er in 1933 op geplaatst werd en bidden de kruisweg, of ze beklimmen de berg Crnica in Bijakovici en bidden de rozenkrans".

De "vruchten" van Medjugorje kun je in het leven van de Kerk telkens weer zien, benadrukte de Aartsbisschop. Een cruciaal aspect zijn de gebedsgroepen: "De eerste gebedsgroep in Wenen ontstond midden jaren '80 in de Dominikanerkerk. De kerk zat altijd vol, ook in de zomermaanden. Het was opvallend hoeveel jonge mensen telkens weer aanwezig waren. Indrukwekkend." Ook de roeping van heel wat jonge priesters is beïnvloed door Medjugorje. In Medjugorje komt het echter niet alleen tot roepingen, maar ook tot bekeringen. Tijdens zijn bezoek leerde Kardinaal Schönborn een Italiaanse tv-presentator kennen die in het bedevaartsoord een diepe bekering mocht beleven. Medjugorje is echter ook een "plaats waar de biecht opnieuw ontdekt wordt". Indrukwekkend is ook het wereld-kerkelijk aspect – tijdens zijn kort bezoek stelde de Kardinaal vast dat er onder de pelgrims groepen Italianen, Duitsers, Amerikanen, Libanezen, Koreanen, enz. aanwezig waren. En het jongerenfestival dat elk jaar in juli plaatsvindt trekt 60.000 jongeren uit de hele wereld aan.

De Aartsbisschop van Wenen schonk tijdens het gesprek ook veel aandacht aan de vele liefdadige werken die in Medjugorje zijn ontstaan. De door Zr. Elvira Petrozzi opgerichte "Cenacolo"-gemeenschap voor jonge drugsverslaafden kreeg in Medjugorje de impuls om zich over de wereld te verspreiden, het "Moederdorp" ("Majcino selo") is sinds de Balkanoorlogen een toevluchtsoord voor weeskinderen en verkrachte vrouwen, de ontmoeting van een Afrikaanse pelgrim uit Malawi met een groep Schotse pelgrims onder leiding van Magnus MacFarlane-Barrow leidde tot het initiatief "Mary's Meals", dat hongerige kinderen in de hele wereld elke dag een maaltijd voorschotelt.

Daarom moet je je afvragen, hoe de boom die dergelijke vruchten voortbrengt, er eigenlijk uit ziet, vindt Kardinaal Schönborn. Heel wat aspecten van Medjugorje zijn "typisch voor Mariale verschijningen": het gaat om een arme regio met zeer gelovige bewoners, de zieners waren – net als in Lourdes of Fatima – kinderen, het gaat om heel eenvoudige boodschappen die echter de kern van het Evangelie uitdrukken. Het is verder ook opvallend dat Maria in Medjugorje vanaf het begin vooral als "Koningin van de Vrede" vereerd werd – tien jaar voor het uitbreken van de Balkanoorlogen. In Medjugorje wordt duidelijk dat de verzoening met God de voorwaarde is voor de verzoening onder de mensen. De boodschappen bevatten weinig morele oproepen, het gaat eerder over de bekering van het hart omdat dan heel veel dingen als het ware vanzelf opgelost raken. Kardinaal Schönborn: "Misschien moeten wij ons in de Kerk meer laten inspireren door dit pastoraal concept van Maria".

Christoph Kardinaal Schönborn - Aartsbisschop van Wenen

Kardinaal Schönborn uit Wenen was tijdens de jaarwisseling 2009-2010 in Medjugorje.
Hij werd daar geïnterviewd door de krant "Vecernji list" uit Zagreb. De Duitse tekst van dit interview staat op medjugorje.hr en hiet volgt de vertaling die wij voor U maakten.


“DE PELGRIMS MOETEN GEESTELIJK BEGELEID WORDEN”

Nu volgt de letterlijke tekst van het interview dat het Kroatische dagblad ‘Vecernji List’ met Kardinaal Christoph Schönborn in Medjugorje had:

U zou naar Medjugorje gekomen zijn om dicht bij de Moeder van de Heer te zijn, hebt u, eminentie, in de Nachtmis (in de nacht van Oud op Nieuw) gezegd. Deze woorden hebben een zeer grote weerklank teweeggebracht. Hoe hebt u dat bedoeld?

Ik kan niet negeren dat de vele mensen die al 28 jaren naar Medjugorje komen hier op een bijzondere wijze een nabijheid van de Moeder Gods ervaren. Ik was zelf nog niet eerder in Medjugorje. Maar ik heb gedurende vele jaren, vooral sinds ik Bisschop ben geworden in juni 1991, in Oostenrijk, en met name in ons bisdom in Wenen, heel duidelijke vruchten gezien. Ik noem een paar voorbeelden die voor mij zogezegd overtuigend zijn.

Dat zijn bijvoorbeeld priesterroepingen. Een hele rij van onze jonge priesters zijn misschien niet uitsluitend, maar wel in verband met en voor het grootste deel door Medjugorje tot hun roeping gekomen.

Het tweede zijn de bekeringen. Mij fascineert hoe dat door alle legen van de bevolking gaat, van hoge adellijke families via industriëlen tot heel eenvoudige mensen. Voor mijn vlucht via Zagreb naar Split heeft de beveiligingsbeambte in Wenen me gevraagd, waar ik heen vloog. Ik zei hem: “Ik vlieg naar Split en rijd dan verder naar Medjugorje.” Toen straalde hij en begon meteen over zijn bekering in Medjugorje te vertellen. Een paar weken geleden, op een klein Oostenrijks station, heeft de stationschef mij herkend en begon mij meteen zijn verhaal te vertellen: Zijn vrouw is aan kanker gestorven. Hij was wanhopig. Vrienden namen hem mee naar Medjugorje en sindsdien is hij tot een levend en vreugdevol geloof gekomen.

Een derde voorbeeld zijn de genezingen. Ik herinner me een ernstig aan drugs verslaafde jonge man die me vertelde, hoe vrienden hem bijna gedwongen hebben om mee naar Medjugorje te gaan. En hij vertelde me, hoe de bus naar Medjugorje gereden is en hij bemerkte dat er iets met hem gebeurde. Hij beleefde, wat zeer bijzonder is, bijna meteen een genezing van de verslaving, ofschoon we weten, hoe moeilijk het is om van de drugs af te komen.

Een vierde element: Dat zijn de gebedsgroepen. Ik ken de Medjugorje-gebedsgroepen van Wenen al uit de tijd voordat ik Bisschop werd. Dat moet al in het midden van de tachtiger jaren geweest zijn. Ons dominicanen is het in ieder geval opgevallen dat deze mensen urenlang bidden en de kerk altijd vol is. De dominicanenkerk in Wenen is zelden vol. Op deze donderdagavonden was ze altijd helemaal vol. En deze trouw van mensen aan het gebed is tot op heden gebleven.

Dus alles bij elkaar genomen, moet ik zeggen: Jezus heeft gezegd: een slechte boom brengt geen goede vruchten voort. Wanneer dus de vruchten goed zijn, dan moet ook wel de boom goed zijn.

De pelgrims verwachten een boodschap van de Heilige Stoel, en uzelf hebt gezegd dat Medjugorje voor u een wonder is. Kort geleden kondigde de aartsbisschop van Sarajevo, Kardinaal Vinko Puljic de oprichting van een internationale commissie aan, die het fenomeen moet onderzoeken. Wat weet u daarvan en hoe ziet u de wens tot erkenning van de gebeurtenissen van Medjugorje?

Ik ken geen details over deze commissie, dat is mijn taak ook niet. Maar ik heb me altijd aan het officiële standpunt van de voormalige Joegoslavische bisschoppenconferentie en de Vaticaanse Congregatie voor de Geloofsleer gehouden. Dit standpunt heb ik altijd voor verstandig, intelligent en moederlijk gehouden, dus voor een wijze houding van de Kerk. U kent dit standpunt en ik breng nog eens de drie uitspraken over Medjugorje in herinnering.

Het eerste betreft de fenomenen. Daarover is het standpunt van de Joegoslavische Bisschoppenconferentie van 1991van de Romeinse Congregatie voor de Geloofsleer duidelijk: “Non constat de supernaturalité”. Ik ben zelf dogmaticus en was professor in de Dogmatische Theologie. “Non constat de supernaturalitate” betekent: de Kerk heeft nog geen eindoordeel over de bovennatuurlijkheid van de fenomenen uitgesproken. Zij heeft noch “Constat de non supernaturalitate” noch “Constat de supernaturalitate”gezegd. Dat betekent dat zij niet de bovennatuurlijkheid ontkent, maar ook niet bevestigt. Dat betekent in klare taal: Deze fenomenen zijn nog niet door de Kerk beoordeeld, en ik denk persoonlijk denk dat dat zo ook juist is. Om een heel eenvoudige reden: Zolang de fenomenen voortduren, kan de Kerk bezwaarlijk een eindoordeel geven.

Nu zijn echter de fenomenen zeker het uitgangspunt van Medjugorje. Daar is het mee begonnen, met de uitspraken van de kinderen dat ze de Moeder Gods gezien hebben, en met de boodschappen die de kinderen gekregen hebben. Maar wat zich dan ontwikkeld heeft, is een tweede fenomeen, en daar houdt de tweede uitspraak van de Joegoslavische Bisschoppenconferentie en de Congregatie voor de Geloofsleer zich mee bezig. Dat is het feit dat er van het begin af aan ongelooflijke stromen pelgrims naar Medjugorje zijn gekomen, dat er zich een intensief gebedsleven ontwikkeld heeft, dat hier veel sociale werken ontstaan zijn, dat er zich concrete vormen van bedevaart ontwikkeld hebben. En dat vormt voor de Kerk een heel praktische uitdaging.
Daarom hebben de Bisschoppen van het voormalige Joegoslavië reeds in het jaar 1991 gezegd dat er geen officiële bedevaarten mogen zijn. Dus kan ik niet en ik ben het ook niet van plan om met een diocesane bedevaart naar Medjugorje te gaan, zoals we dat naar Rome en het Heilig Land gedaan hebben. Maar het is nooit verboden door de Bisschoppenconferentie of door Rome dat er pelgrims naar Medjugorje gaan.

En hier ben ik bij de derde uitspraak. En die lijkt me erg belangrijk te zijn voor ons Bisschoppen. De pelgrims moeten geestelijk verzorgd, geestelijk begeleid worden. Ik zie mijn taak als Aartsbisschop van Wenen precies als volgt: Wanneer ik als Bisschop zie dat er uit mijn bisdom honderden, duizenden mensen naar Medjugorje pelgrimeren, dat er gebedsgroepen ontstaan, dat er priesterroepingen komen, dat er bekeringen plaatsvinden, dan moet ik als Bisschop zorgen dat deze pelgrims ook een goede begeleiding hebben. Daarom heb ik in al die jaren bijvoorbeeld de “Oase van de Vrede”gesteund, een gebedsgemeenschap in Wenen, die uit Medjugorje voortgekomen is, of de werkstukken van seminaristen, die zij over Medjugorje geschreven hebben.
Ik denk dat het ons Bisschoppen uit de hele wereld aangaat, waar pelgrims naar Medjugorje pelgrimeren: dat ze een goede pastorale begeleiding hebben. En daarom heb ik in de discussies over Medjugorje ook altijd aangemoedigd: Begeleid de pelgrims alstublieft goed!

U hebt de zieners persoonlijk ontmoet. U was op de Verschijningsberg en op de Kruisberg. Hoe waren uw indrukken?

Ik zou met een beetje humor willen zeggen: De Moeder Gods heeft niet de gemakkelijkste bergen uitgezocht. Zoals ik echter steeds weer benadrukt heb, fascineert me in Medjugorje de samenhang met andere grote gebedsoorden van Maria. Ik heb steeds weer gezegd dat er zoiets als een “Grammatica van de Mariaverschijningen” bestaat, een zekere stijl, die blijkbaar met de Moeder Gods zelf iets te maken heeft. Ik noem maar drie elementen:

Bijna altijd richten de Mariaverschijningen zich tot kinderen. Dat zijn geen superbegaafde of bijzonder vrome , maar heel gewone kinderen. Bernadette kon niet lezen en schrijven. Ze was veertien jaar oud. Dat is hier ook zo.

Het tweede: Maria geeft boodschappen via kinderen. Dat is voor sommige Bisschoppen misschien een beetje krenkend. Waarom komt de Moeder Gods niet naar het huis van de Bisschop? Waarom komt zij op een berg vol stenen of in een grot naast een rivier of in het struikgewas zoals in Fatima? Dat is toch heel onpraktisch. En zij geeft boodschappen via kinderen, omdat die kennelijk ongecompliceerd zijn.

En als derde element: Wanneer Maria verschijnt heeft zij blijkbaar een programma. In Fatima verschijnt zij vóór de Russische revolutie en heeft een boodschap voor Rusland. In Lourdes verschijnt ze op een ogenblik dat het rationalisme op een hoogtepunt is. In Medjugorje verschijnt zij in de communistische tijd, op een moment dat men nog niet kon vermoeden dat Joegoslavië uiteen zou vallen, op een plaats waar Katholieken, Orthodoxen en Moslims nog samenleefden. En zij toont zich aan ons onder de naam “Koningin van de Vrede”. Bijna precies tien jaar later breekt de eerste van vier Balkanoorlogen uit. Haar boodschap is vrede door verzoening en gebed. Dat heeft toch een sterke geloofwaardigheid. We zouden nu nog verder terug kunnen gaan naar Guadalupe in Mexico toen de Spaanse verovering in Amerika begon. De Moeder Gods verscheen toen aan een Indiaan, en deze man moest naar de Bisschop gaan en hem zeggen wat hij moest doen. Datzelfde is in andere grote bedevaartplaatsen van Maria waar te nemen: De mensen komen in groten getale en het wordt een centrum van vrede en integratie van vreemde culturen. Ik denk dat de theologen de grammatica, de syntaxis van de Mariaverschijningen nauwkeuriger zouden moeten bestuderen en in deze context ook het hele fenomeen Medjugorje beschouwen.

In Medjugorje wordt onvermoeibaar voor de vrede gebeden. Maar in Bosnië en Herzegovina, waar de Kroaten en Katholieken de kleinste bevolkingsgroep vormen, zijn er veel problemen. Wat zou u de politici en de internationale gemeenschap adviseren, van wie Valentin Inzko nu de vertegenwoordiger is?

Het probleem is dat hier zeer veel krachten spelen en dat het een klein land als Bosnië en Herzegovina zwaar valt om de interne problemen ongestoord op te lossen.
Een ding is zeker: Voortdurende vrede is er alleen in een rechtvaardig systeem. En dat is nu speciaal een uitdaging voor de Europese politiek. Ik heb niet lang geleden met Valentin Inzko (een Oostenrijker die sinds 2009 de Hoge Vertegenwoordiger van de EU In Bosnië en Herzegovina is) gesproken en ik ben heel blij dat hij deze taak heeft, en ik hoop ook dat hij de steun van de Europese Unie bij het uitvoeren van zijn taak krijgt. Ik voor mij ben er zeker van dat hetgeen er nu in Medjugorje gebeurt aan de vrede bijdraagt, alleen al omdat mensen uit de hele wereld hier naar het hart van Herzegovina komen. Om het eens humoristisch te zeggen: Zo bekend was Herzegovina nog nooit in de hele wereld. Wie wist er in Korea iets van Herzegovina? Maar kijk eens, hoe veel Koreanen er naar Medjugorje komen. Dat is een hoop, dat deze mensen ook in hun land boodschappers zijn voor het vurig verlangen naar vrede van Bosnië en Hercegovina.

En een tweede: Ik geloof dat wanneer er in een plaats zo veel voor de vrede wordt gebeden, dan is dat zeker ook een grote zegen voor het hele land.

En een derde: De “Kraljica Mira”, de Koningin van de Vrede, wordt hier in alle drie religies vereerd. De Orthodoxen hebben een lange traditie van Mariaverering. En de Islam kent nauwelijks een andere figuur uit de christelijke traditie, die zo vereerd wordt als Maria. En voor de Katholieken, juist voor de Kroatische minderheid in dit land, is het een grote troost dat Maria hen op een bijzondere wijze nabij is. Maria verbindt de volkeren als geen andere religieuze figuur. Ik denk dat er niemand vergelijkbaar is met haar.


Copyright © 2014. All Rights Reserved.